zondag 17 augustus 2014

Eindwoord

Beste trouwe lezers,

ik wil jullie meedelen dat mijn zoektocht rond het onderwerp 'rouw en verlies bij kinderen' hier stopt.
Ik wil jullie heel hard bedanken om mijn proces op 'staande voet' te volgen.

Ik hoop dat jullie veel geleerd hebben uit mijn blog en... misschien gebruiken jullie dit wel voor jullie onderzoek later? ;-)

Als er nog vragen zijn, beantwoord ik deze heel graag en oprecht. Jullie kunnen mij bereiken op: arsine.apelian@student.khleuven.be

Groetjes en misschien tot snel!
Arsine Abelian

Stap 7: Logboek

Datum
SBU
Korte omschrijving activiteit
21/02/2014
2u30min
Inleiding van het vak RZL. Tegen 28/02 moeten we een mail sturen naar mevrouw Mazarese met ons thema en weblogadres. Ik weet al wat ik als onderwerp ga kiezen.
27/02/2014
5min
Onderwerp en blog gemaild naar mevrouw Mazarese. Het thema dat ik gekozen heb is: rouw en verlies bij kinderen.
27/02/2014
15min
Welkomstwoord geschreven.
04/03/2014
/
Goedkeuring van mevrouw Mazarese over het onderwerp van mijn blog.
05/03/2014
30min
Motivering keuze geschreven.
22/03/2014
30min
Eigen voorlopig standpunt geschreven + link met onderwijs en levensbeschouwing gelegd.
28/03/2014
2u45min
Op het internet naar meer informatie gezocht over rouw en verlies bij kinderen. Teksten grondig gelezen.
01/04/2014
2u
3 leervragen geformuleerd en gepost op de blog.
19/04/2014
2u
Informatie gezocht op het internet om een antwoord te formuleren op mijn leervragen.
22/04/2014
2u
Naar de bib in Heverlee gegaan om meer informatie op te zoeken over mijn leervragen. De bruikbare boeken neem ik mee om thuis nog grondiger te lezen.
25/04/2014
3u
Uitgeleende boeken gelezen (hoofdstukjes) en nuttige informatie uitgeschreven in Word.
09/05/2014
1u45min
Ik mocht mijn 3 leervragen behouden, omdat ze goed zijn. Al een beetje antwoord kunnen formuleren op mijn leervragen uit informatie gehaald van internet en boek.
13/05/2014
10min
“Als woorden moeilijk te vinden zijn, laat dan vooral je hart spreken.”
30/05/2014
5min
Mail naar meneer Biront gestuurd. RZL geraakt niet af, gevraagd om dit in tweede zittijd te doen.
07/07/2014
1u15min
Uit de bibliotheek van Zaventem verschillende prentenboeken uitgeleend over het thema ‘de dood’.
09/07/2014
1u30min
Alle prentenboeken gelezen. Later zal ik hier een lijstje over maken om te posten op mijn blog.
10/07/2014
2u15
De prentenboeken kort samengevat in Word + APA-verwijzingen gebruikt. Later op de dag op blog gepost.
27/07/2014
2u
Op het internet nog gezocht naar antwoorden op leervragen. Bijna overal beweren ze hetzelfde…
09/08/2014
2u
Verplichte literatuur lezen (Obama).
10/08/2014
35min
Startartikel zoeken (omdat ik dit vergeten was in het begin).
12/08/2014
1u15min
De antwoorden op mijn leervragen gelezen en een beetje aangepast.
12/08/2014
1u
De structuur van mijn blog aangepast. Als ik een ander bericht postte op mijn blog (verplichte literatuur, …), waren de stappen niet meer in chronologische volgorde. is. Nu is alles mooi onder elkaar geplaatst. Daardoor kunnen de datums van mijn blog en logboek verschillen.
14/08/2014
3u
Verplichte literatuur lezen (politieke standpunten) + verwerken op blog.
16/08/2014
3u
Interviewvragen neerschrijven + afleggen + posten + video over rouw + bronnenlijst gemaakt.
16/08/2014
2u15
Eerste versie van lezersbrief neergeschreven.
17/08/2014
1u15min
Lezersbrief nagelezen + hier en daar verbeterd. Lezersbrief laten nalezen door zus + gepost.
17/08/2014
15min
Eindwoord.

vrijdag 15 augustus 2014

Stap 6: Lezersbrief aan Klasse voor leerkrachten

Beste collega's en kleuteronderwijzers in spe,

diegene die het leven heeft uitgevonden, is waarschijnlijk ook de uitvinder van de dood. Niet alleen wij, menselijke wezens sterven, maar ook dieren en planten. De dood is onvermijdelijk, dat weten wij maar al te goed als volwassenen, maar kinderen denken daar vaak heel anders over.

Hoe vaak heb je het zelf niet meegemaakt in je eigen klas dat een kind naar jou komt en vraagt: "Komt oma nog terug?" of "Waar is mijn konijntje nu?" De ouders van deze kinderen hebben een heel lastige taak op zich om hun kinderen te vertellen wat dood zijn werkelijk is. Kinderen hebben namelijk het recht om de waarheid te weten. Soms winden de ouders er doekjes om en vertellen het echte verhaal niet, wat leidt tot verwaarlozing van het kind, zonder dat ze het zelf willen. Het is de taak van élke leerkracht om het kind zo goed mogelijk op te vangen, te helpen én er te zijn wanneer anderen dat niet willen.

Een woord dat ik niet graag gebruik, maar toch in mijn lexicon aanwezig is: rouw. Als volwassenen zijn de verschijnselen helemaal anders dan die van een kind. Dat is maar goed ook, anders zouden kinderen geen kinderen genoemd worden.Wanneer wij tijdens een begrafenis huilen, kan een kind een beetje verderop tikkertje spelen. "Heeft het kind dan geen verdriet?" heb ik velen al horen vragen. Jawel! Kinderen kennen ook verdriet en kunnen ook rouwen, alleen ervaren ze dit op een andere manier. Ze kunnen blij en opgewerkt vertellen over het spelletje dat ze net gespeeld hebben buiten en meteen daarna in tranen uitbarsten om de overledene. Kinderen hebben heel sterke stemmingswisselingen tijdens hun rouwproces en dit verschilt van kind tot kind. Elk kind rouwt in zijn eigen tempo, het is daarbij belangrijk om ruimte te geven voor de verschillende gevoelens en emoties.

Wat er spijtig genoeg alleen maar overblijft van een overledene, zijn de herinneringen. Zorg ervoor dat juist die herinneringen levend blijven. Wat heel goed kan helpen bij het rouwproces voor kinderen, is een troostplek in te richten in de klas of op school. Zo kan de overledene herdenkt worden en kan een kind er naartoe wanneer het verdrietig is. Tevens blijft het van groot belang om kinderen activiteiten aan te bieden waarin ze hun verdriet in kwijt kunnen en rustig kunnen rouwen. Wat altijd wonderen doet is een prentenboek vertellen over de dood of iets knutselen voor de overledene, elke ochtend een kaarsje branden, ... Sommige activiteiten kunnen meer aanslaan dan de ander, maar dat komt puur door de klas en de behoefte van de kinderen op dat moment.

Elk kind is anders en elk kind rouwt anders. Maar voor een leerkracht is elk kind gelijk.

Arsine Abelian
Redactrice Klasse voor leerkrachten




donderdag 14 augustus 2014

Bronnenlijst

Aertssen, K. (2007). Vogeltjelief. Wielsbeke: De Eenhoorn.

Berebrouckx, A. (1999). De oma van Jules. Amsterdam: Leopold.

Boonen, S. en van Alphen, M. (ill.) (2010). Buurman Reus. Niet meer/nooit meer. Hasselt: Clavis.

Breebaart, P. en Breebaart, J. (1993). Als je dood bent, word je dan nooit meer beter? Rotterdam: Lemniscaat.

Bruna, D. (1996). Lieve oma pluis (9de druk). Amsterdam: Mercis Publishing.

Cock, M. en Aertssen, K. (2010). Hoe oma alsmaar kleiner werd. Amsterdam: Querido.

De Standaard (2014). School herdenkt tweede verjaardag busramp Sierre. [Online]. Beschikbaar: http://www.standaard.be/cnt/dmf20140313_01022546.

Genijn, K. (2013). Schooltas vol verdriet: Leren omgaan met rouw in de klas. Leuven: Acco.

Houvast (2014). Kinderen in rouw. [Online]. Beschikbaar: http://www.houvast.be/statpags/kdn_in_rouw.pdf.

Katholieke Universiteit Leuven (2011). Christendom volgens Obama. [Online]. Beschikbaar: http://www.kuleuven.be/thomas/page/christendom-volgens-obama/.

Katholieke Universiteit (2011). Politieke standpunten. [Online]. Beschikbaar: http://www.kuleuven.be/thomas/page/politieke-standpunten/.

Klasse (2000). Verdriet en rouw. [Online]. Beschikbaar: http://www.klasse.be/archief/verdriet-en-rouw/. 

Nilsson, U. en Eriksson, E. (ill.) (2007). De mooiste begrafenis van de wereld. Rotterdam: Lemniscaat.

Post, A. (1997). Gewoon met z'n drieën. Amsterdam: Sjaloom.

Post, A. en Hopman, P. (ill.) (1991). Dag Siem, dag Tom! Heemstede: Altamira. 

Robberecht, T. en Goossens, P. (ill.) (2002). Eva in het land van de verloren zusjes. Hasselt: Clavis.

Slosse, N. (2011). De visjes van Océane. Averbode: Altiora.

Somers, P. en van der Grient, K. (ill.) (2000). Sterrenkind. Zeist: Christofoor.

VAN DEN ABEELE, S, in een interview afgenomen door A. ABELIAN, 16 augustus 2014.

Varley, S. (1984). Derk Das blijft altijd bij ons. Rotterdam: Lemniscaat.

Velthuijs, M. (1991). Kikker en het vogeltje. Amsterdam: Leopold.

Verrept, P. (1998). Ik mis je. Hasselt: Clavis.

Viorst, J. (1992). Dat is heel wat voor een kat, vind je niet? Haarlem: Gottmer.

Westera, B. en van Straaten, H. (ill.) (2000). Een opa om nooit te vergeten. Leuven: Davidsfonds/Infodok.

donderdag 10 juli 2014

Prentenboeken bij thema de dood

Tijdens mijn zovele zoektochten in de bibliotheek ben ik leuke prentenboeken tegengekomen over het thema dood, troost, verdriet, ... Graag wil ik ze hier delen, zodat jullie deze kunnen verwerken in de klaspraktijk bij soortgelijke thema's. Ik heb er bewust voor gekozen om geen prentenboeken te bespreken, in de plaats daarvan heb ik de allerleukste verzameld voor jullie. Veel plezier ermee!
----------------------------------------------------------------------------------------------------------
De mooiste begrafenis van de wereld
We verveelden ons. Ester vond een dode hommel en we besloten hem te begraven, met een kruis en bloemen en een gedicht, want dat hoort erbij. Toen kreeg Ester een geweldig idee. Al die zielige dode dieren die zomaar op de grond lagen, kregen van ons de mooiste begrafenissen van de wereld!

Nilsson, U. en Eriksson, E. (ill.) (2007). De mooiste begrafenis van de wereld. Rotterdam: Lemniscaat.
Buurman Reus. Niet meer/nooit meer
Buurman Reus is gestorven. De jongen kan het bijna niet geloven. Ze waren zulke goede vrienden, deden zoveel samen: voetballen, eieren rapen, naar verhalen luisteren ... En nu is Buurman Reus dood. Het is voor de jongen moeilijk om dat te begrijpen. Zoveel verdriet. Zoveel dingen die vanaf nu niet meer, nooit meer kunnen.

Boonen, S. en van Alphen, M. (ill.) (2010). Buurman Reus. Niet meer/nooit meer. Hasselt: Clavis.
Eva in het land van de verloren zusjes
Elisa is Eva's grote zus. De mensen zeggen dat Elisa en Eva onafscheidelijk zijn, maar de mensen zeggen zoveel. Want nu is Elisa gestorven... Eva is naar het land van de verloren zusjes gegaan. Een aangrijpend prentenboek over het omgaan met de dood van je zusje.

Robberecht, T. en Goossens, P. (ill.) (2002). Eva in het land van de verloren zusjes. Hasselt: Clavis.
Sterrenkind
Na de zomervakantie gaat Tineke naar een nieuwe klas en krijgt ze een nieuwe juf. Alle kinderen mogen in de kring vertellen wat ze hebben meegemaakt in de vakantie. Tineke vertelt dat ze heel verdrietig is omdat haar broertje Michiel in de vakantie is gestorven. Hij was al heel lang ziek. De kinderen zijn erg onder de indruk van het verhaal van Tineke. Aan de hand van hun eigen ervaringen praten ze samen met de juf over wat er met een mens gebeurt als hij sterft.

Somers, P. en van der Grient, K. (ill.) (2000). Sterrenkind. Zeist: Christofoor.
Een opa om nooit te vergeten
Het boek begint op de dag van de uitvaart van de opa van Joost. Er gebeurt van alles dat Joos nog nooit meegemaakt heeft. Hij heeft veel vragen: 'Is het donker in de kist, doe dood gaan pijn?', maar heeft toch vooral veel herinneringen. En als de tranen komen helpt de zakdoek van opa. Een prentenboek voor kinderen vanaf vier jaar.

Westera, B. en van Straaten, H. (ill.) (2000). Een opa om nooit te vergeten. Leuven: Davidsfonds/Infodok.
Dat is heel wat voor een kat, vind je niet?
Als Roetje de poes is gestorven, heeft zijn baasje erg veel verdriet. Door tien dingen te verzinnen waarom hij zijn poes zo lief vond, verwerkt hij zijn verdriet. Hij weet negen dingen te benoemen, maar het tiende is moeilijker. Totdat hij of zij bedenkt dat de dood van Roetje meehelpt om te zorgen voor de bloemen, de bomen en het gras. Dat is het tiende ding, en dat is heel wat voor een kat, vind je niet?

Viorst, J. (1992). Dat is heel wat voor een kat, vind je niet? Haarlem: Gottmer.
Ik mis je
Een prentenboek met prachtige tekeningen. Wat is missen? Mis je je vriendinnetje als die gaat verhuizen? Mist opa oma die dood is? En is dat hetzelfde? Als je je vriendin mist, ga je gewoon op bezoek. Dus doe je dat ook bij oma? En waarom kan dat niet? Wel naar het kerkhof natuurlijk. En gelukkig zijn er mensen die je vasthouden en troosten als je verdriet hebt. Een boek dat kracht uitstraalt door de eenvoud.

Verrept, P. (1998). Ik mis je. Hasselt: Clavis.
Gewoon met z'n drieën
Na het overlijden van de papa van Siem en Tom moeten de twee jongens er zich samen met hun moeder doorheen slaan. De pijn van het gemis is in het boekje af en toe sterk voelbaar. Door eenvoudig, helder taalgebruik met korte zinnen is het boekje geschikt om voor te lezen vanaf vier jaar.

Post, A. (1997). Gewoon met z'n drieën. Amsterdam: Sjaloom.
Dag Siem, dag Tom!
De vader van Siem en Tom wordt ziek, steeds zieker en gaat dood. Het boek gaat over de beleving van dit proces door de twee jongens.

Post, A. en Hopman, P. (ill.) (1991). Dag Siem, dag Tom! Heemstede: Altamira. 
De oma van Jules
Juf vertelt op school dat ze de volgende dag over opa's en oma's gaan praten. Maar Jules heeft zijn oma nooit gekend, ze is dood. Hij vraagt aan iedereen of ze nog iets weten over oma. En omdat iedereen een ander stukje van oma vertelt, krijgt Jules een beetje een idee wie oma was. Opa zegt ten slotte dat oma een heel bijzondere vrouw is en dat Jules op haar lijkt. 'Ik lijk op oma!', denkt hij trots.

Berebrouckx, A. (1999). De oma van Jules. Amsterdam: Leopold.
Derk Das blijft altijd bij ons
Derk Das is een vriend van alle dieren. Hij is al oud en hij weet dat hij niet lang meer kan blijven. Hij droomt dat hij door een tunnel gaat en niets meer van ouderdom voelt. De dood van Derk Das is een schok voor alle dieren, maar het helpt als velen over hun problemen praten en kunnen lachen om de herinneringen.

Varley, S. (1984). Derk Das blijft altijd bij ons. Rotterdam: Lemniscaat.
Kikker en het vogeltje
Kikker vindt een vogeltje aan de kant van de weg. Haas vertelt hem dat de vogel dood is en dan gaan ze met de andere dieren de vogel begraven. Daarna spelen ze samen verder.

Velthuijs, M. (1991). Kikker en het vogeltje. Amsterdam: Leopold.

Hoe oma alsmaar kleiner werd
Vroeger was oma groot. Groter dan de bezem, maar kleiner dan de ladder die achter in de tuin onder de perenboom staat. Maar zo groot heb ik mijn oma nooit gekend. Want hoe ouder ze werd, hoe kleiner ze werd. Het lijkt misschien eigenaardig, maar krimpen is voor oma's heel normaal. Een ode aan de liefde tussen twee mensen. Eentje aan het begin, en een ander aan het einde van het leven.

Cock, M. en Aertssen, K. (2010). Hoe oma alsmaar kleiner werd. Amsterdam: Querido. 
De visjes van Océane
De opa van Océane heeft een mooi aquarium met kleurrijke vissen. Alleen Schubbe ziet er soms ongelukkig uit. Op een dag springt hij zelfs uit het aquarium. Océane is verdrietig en praat met opa. Hoe moet het nu met Drupje en de andere visjes?

Slosse, N. (2011). De visjes van Océane. Averbode: Altiora.
Als je dood bent, word je dan nooit meer beter?
Een prentenboek waarin wordt verteld wat het konijntje Fred voelt en meemaakt als zijn kleine broertje Joep onverwacht ziek wordt en doodgaat. Zijn dood, de begrafenis en de zorg van allemaal wordt beschreven. Het verhaal ontstond na de dood van de tweejarige Remi, het zoontje en broertje van Piet en Joerie.

Breebaart, P. en Breebaart, J. (1993). Als je dood bent, word je dan nooit meer beter? Rotterdam: Lemniscaat.

Vogeltjelief
In de tuin van meneer en mevrouw Pluim staat een enorme kersenboom, waarin honderden vogels wonen. Meneer Pluim bestudeert hun gedrag. Mevrouw Pluim fluit gezellig met ze mee. Ze lijkt zelf net een vogeltje en meneer Pluim noemt haar vertederd: Vogeltjelief. Kleindochter Merel komt elke week op bezoek en samen voederen ze de vogels. Op een dag echter wordt mevrouw Pluim ziek...

Aertssen, K. (2007). Vogeltjelief. Wielsbeke: De Eenhoorn.


Lieve oma pluis
Oma pluis is dood en ook opa heeft verdriet. Oma wordt begraven en Nijntje gaat af en toe haar graf mooi maken.




Bruna, D. (1996). Lieve oma pluis (9de druk). Amsterdam: Mercis Publishing.



dinsdag 13 mei 2014



"Als woorden moeilijk te vinden zijn, 
laat dan vooral je hart spreken."
Karin Genijn

maandag 21 april 2014

Stap 5: Antwoorden leervraag 3: Hoe kan je als KO kinderen helpen tijdens de moeilijke periode van rouw?

In de vorige leervraag (leervraag 2) werd er al een beetje meer ingezoomd op hoe we als KO de kinderen het best het 'slechte' nieuws kunnen vertellen. Na die stap kan je al overgaan aan een eerste stapje van het rouwproces.

Als KO kunnen we meer voor kinderen betekenen dan we op het eerste gezicht zelf beseffen: het is zo dat kinderen thuis hun verdriet niet kunnen tonen omdat ze hun ouders niet willen belast met 'extra' verdriet. Wanneer een kind voelt dat zijn verdriet ruimte krijgt op school, is dat een enorme meerwaarde voor hem.


Kinderen moeten de pijn van het verlies ervaren. Dit is misschien een beetje wreed gezegd, maar het is wel zo. Opvoeders willen kinderen behoeden voor pijn. De omgeving voelt zich bovendien oncomfortabel als iemand verdriet uit en probeert het toe te dekken. Maar als kinderen de pijn niet voelen, komt ze vaak op een later moment terug in de vorm van een psychosomatische klacht (hoofdpijn, slapeloosheid) of van afwijkend gedrag (plotse onverklaarbare agressie, slechte prestaties, ...).


Heel vaak probeert men kinderen ook te beschermen voor de realiteit. Dat maakt verwerken van verlies net zo moeilijk. Leerlingen in rouw hebben behoefte aan aandacht, liefde en veiligheid, een klimaat waarin ze hun verlies onder ogen durven te zien. Maar ze hebben ook behoefte aan duidelijkheid. Een koekje of "Huil maar niet meer", helpen niemand. Om kinderen te steunen moeten leerkrachten (én ook ouders) vragen uitlokken en ze beantwoorden. Het is dus aan ons om de kinderen een veilige plaats te creëren, zodat ze in alle rust kunnen rouwen.


"Mijn hoofd zit vol", hoor je kinderen dikwijls zeggen na een ingrijpende gebeurtenis. Vaak gaat dit volle hoofd gepaard met het verminderen van de concentratie, piekeren, emotioneel teruggetrokken zijn... Om een gezonde rouwverwerking te bevorderen, is het van belang dat de talrijke vragen die soms in een kinderhoofd zitten, bespreekbaar gemaakt kunnen worden. Op deze manier krijgt het hoofd weer ruimte.


Bij de vragen die kinderen stellen, is het heel goed om voor ogen te houden dat kinderen dingen soms heel letterlijk nemen. Wanneer je antwoorden probeert te geven, leg je als KO best de dood niet als volgt uit:

- "Dood zijn is slapen, maar dan voor altijd." Slaap en dood zijn twee afzonderlijke dingen. Kinderen kunnen door deze uitleg zelf bang worden om te gaan slapen.
- "Dood gaan is op een lange reis gaan en nooit meer terugkomen." Ook dat beeld is voor kinderen verwarrend. Ze kunnen zich afvragen waarom ze niet mee mochten of willen ook dood omdat ze dan lekker op vakantie mogen.
- "Iemand gaat dood omdat hij heel ziek is." Kleine kinderen kunnen geen onderscheid maken tussen ernstige en minder ernstige ziekten waardoor ze mogelijk gaan panikeren wanneer ze zelf ziek zijn of wanneer iemand uit de familie ziek is.
Maar zeker niet op alle vragen moet er een antwoord gegeven worden. Als KO heb je ook niet alle antwoorden in jou. Kinderen mogen dit best ook merken.

Er gaat een hele periode overheen voor men het verlies een plaatsje kan geven. De school en KO moeten op zoek gaan naar een plaats waar kinderen met hun verdriet terechtkunnen en dit voor een lange tijd. Daarom is het wenselijk dat er bij het overlijden van leerling, leerkracht, ouder, broer of zus op een centrale plaats op school een troostplek gemaakt wordt. Deze plek moet voor iedereen toegankelijk kunnen zijn, maar tegelijkertijd ook een geborgen sfeer moeten uitstralen. Het moet voor kinderen een plek zijn waar het even stil gemaakt kan worden en waar het veilig genoeg is om emoties te tonen.


TIPS VOOR DE KO

- Een troostplek inrichten in de klas: kinderen kunnen hier een time-out nemen als dat nodig is. Zo'n stilteplek kan er als volgt uitzien: een foto van het overleden kind; foto's waarop X staat; een tekening of een knutselwerkje van X, muziek die X graag hoorde;  een boekje waar de kleuters iets getekend hebben voor X; een sjaaltje of kledingstuk van X, prentenboeken over verdriet en troosten, ...


Bronnen:

Genijn, K. (2013). Schooltas vol verdriet: Leren omgaan met rouw in de klas. Leuven: Acco.

Klasse (2000). Verdriet en rouw. [Online]. Beschikbaar: http://www.klasse.be/archief/verdriet-en-rouw/.

Stap 5: Antwoorden leervraag 2: Hoe vertel je als KO dat iemand gestorven is? Hoe kan je als KO dit het best benaderen?

Hoe breng je het slechte nieuws? Dit is de eerste stap en hoogstwaarschijnlijk ook de moeilijkste. Heel veel leerkrachten schrikken ervan terug: bang om zich te verliezen in hun eigen emoties, niet wetend wat je het best zegt en wat juist beter niet... Het is geen eenvoudige taak!

Toch is het belangrijk dat kinderen het echte verhaal te horen krijgen, wel op hun eigen niveau, namelijk in kindertaal. Je kan aankondigen dat je iets heel moeilijks te zeggen hebt en dat je slecht nieuws hebt. Een uitgebreide inleiding (eromheen draaien) is niet nodig. Je kan het slechte nieuws met één of enkele korte zinnen inleiden: "Ik moet jullie iets ergs meedelen," of "Ik vind het moeilijk om te zeggen, maar ik heb heel slecht en treurig nieuws." Het is belangrijk om hierbij zoveel mogelijk in de ik-vorm te spreken over wat er precies gebeurd is. Je kan vertellen over het hoe, waar en wanneer van de gebeurtenis. Kinderen hebben recht op het echte verhaal.

Let op met kinderen een beeld over het leven na de dood op te dringen. Een veelgebruikte voorstelling is dat de dode een sterretje aan de hemel geworden is. Dat kan misschien tijdelijk troost geven, maar wat ga je doen wanneer het kind gaat vliegen en gelooft dat het zijn/haar oma zal terugzien in de lucht?

TIPS VOOR DE KO

- Geef ruimte voor ventilatie van gevoelens (boosheid, zich terugtrekken, huilen, ...). Bijvoorbeeld: een harttekening, vertellen met de praatstok, de klaspop vragen laten stellen, een vragendoos maken.
- Geef iets tastbaars mee, een letterlijk houvast. Bijvoorbeeld: een knuffel, een popje.
- Vertel de kinderen waar ze terechtkunnen en hoe de komende dagen eruit zullen zien (structuur bieden).



Bronnen:

Genijn, K. (2013). Schooltas vol verdriet: Leren omgaan met rouw in de klas. Leuven: Acco.